VOORWOORD
Eindelijk heeft de redactie dan eens iets meer mogen doen, dan de eenvoudige maandelijksche blaadjes samenstellen. Ze is daar blij om, maar niet daarom alleen, immers, het nummer dat thans voor ons ligt heeft ons niet alleen in de gelegenheid gesteld algemeener werk te leveren, maar het is een jubileum-nummer, een orgaan, dat er op bedoelt te wijzen, dat onze vereeniging 12½ jaar bestaat!
In dit 12½ Jarig vereenigingsleven heeft het clubblad steeds een groote rol gespeeld. Van de oprichting af is steeds bijzondere aandacht besteed aan de juiste samenstelling van ons blad, doch financieele zorgen belemmerden ons, er datgene van te maken, wat wij zoo graag hadden gewenscht, namelijk elke maand een nummer in de uitvoering zooals het huidige jubileum nummer. Niettegenstaande het voortbestaan van deze wensch prijzen wij ons gelukkig, U ditmaal ons beter uitgevoerde en verzorgde jubileum-nummer te kunnen aanbieden.
Aan allen, die meewerkten aan de verzorging van dit nummer, betuigt de redactie haar hartelijken dank! Zij spreekt de hoop uit, dat het nummer, uitgegeven ter gelegenheid van het 12½ jarig bestaan van de H.S.V. Westerkwartier, zijn weg mag vinden naar ieder, die met onze vereeniging begaan is!
De Redactie: F.Bersch, TH.C.de Jongh, H.Schoenmaker.
ONS JONGE, VEELBEWOGEN LEVEN
12½ jaar drang omhoog.
"Westerkwartier, een club met zoo'n voorraad aan spelersmateriaal en zulke uitstekende leiders en goeden clubgeest, staat een goede en groote toekomst te wachten. Het is een sieraad voor de voetballerij". Dit schreef, de Sportkroniek op 7 Juli 1941, toen ons eerste elftal bij een algeheel kampioenschap den Haagschen, Voetbal Bond vaarwel zegde.
Toen, André Muth in het eerste jaar van ons bestaan, tegen mij zei, dat hij hoopte eenmaal met Westerkwartier in den K.N.V.B. te mogen voetballen, leek ons dit vooralsnog een onbereikbaar ideaal. Weinig konden wij echter vermoeden, dat de toestand in Westerkwartier in de volgende jaren op een wenschdroom zou gaan gelijken.
Negen September 1934! Op den avond van dien dag vond de groote gebeurtenis plaats, die voor ons van zoveel belang zou worden. Uit een jongensclubje, waarin reeds verschillende goede voetballers zaten - een der oorzaken van ons snelle succes - en dat onder den naam Vitesse reeds vele lauweren had geoogst, werd de vereniging Westerkwartier geboren. Deze geboorte vond plaats in de open lucht op een bankje op het Goudenregenplein. Daar promoveerden de vijf oprichters onzer aanvankelijk dertien leden, tellende vereniging zich op zeer ondemocratische wijze tot bestuur.
De meeningsverschillen waren in dien eersten tijd niet van de lucht, maar dat was een bewijs van ons enthousiastme, dat er tevens voor zorgde, dat nog datzelfde eerste jaar, drie elftallen aan de competitie deelnamen. Tot een seniorer-elftal konden wij het toen nog niet brengen.
DE BOND GAAT OP ONS LETTEN
Dit eerste seizoen 1934/35 was, evenals trouwens het volgende, er nog een, waar de grondslagen werden gelegd voor den lateren bloei, en wel door den grooten aanwas var junioren. Het seniorenelftel, dat in het volgende seizoen, 1935/36, aan de competitie van de vierde klasse van den Haagschen Voetbal Bond deelnam, was nog evenmin van groote kracht. Wij werden geen kampioen, al ontging ons dit, doordat we de historische beslissingswedstrijd op 26 April 1936 tegen het Scheveningsche S.S.D.S,2 op het nippertje verloren.
Wij gingen echter niet bij de pakken neerzitten. Het nog jeugdige bestuur werd aangevuld met een drietal oudere bestuursleden te weten den heer A.W.P.Buys als voorzitter, J.F.G.Hoogstraten als secretaris en, Barend Donker Sr. als commissaris.
Uit het eerste elftal van het afgeloopen seizoen, dat ons het begeerde kampioenschap van de vierde klasse H.V.B. niet had gebracht en het 1A-adspirantenelftal, dat zijn competitie-wedstrijden acher den rug had, werd een nieuw eerste elftal samengesteld, dat er zijn mocht. Met dit elftal werd in het na-seizoen aan Zuiderpark serie wedstrijden deelgenomen en het was tengevolge van ons spel in deze wedstrrijden, dat de Bond op het daarvoor nog niet in tel zijnde Westerkwartier ging letten. Het resultaat was, dat wij bij keuze naar de derde klasse van de Haagschen Voetbal Bond promoveerden.
HET EERSTE GLORIEJAAR.
Het seizoen 1936/37 in deze klasse voor ons een gloriejaar. Wij speelden toen op het VOGEL-terrein, aan het Bezuidenhout, hetgeen een heele verbetering beteekende in vergelijking met het bleekje aan den Monstersche-weg, waar we daarvoor huisden. In dit gloriejaar ging zich het technisch sluitend geheel vormen, dat ons later zooveel successen zou bezorgen. De pers oordeelde er net zoo over en schreef (Haagsche Courant): "Men moet toch respect hebben voor het jonge Westerkwartier. Het bestuur van den Haagschen Voetbal Bond zal er ons inziens geen spijt van hebben, dat het de roodbaadjes bij keuze naar de derde klasse deed promoveeren, want zij slaan daarin een meer dan prachtig figuur. En dat bleven wij doen. Zonder puntenverlies met 14 gespeelde en gewonnen wedstrijden - een doelgemiddelde van 90 voor en 10 tegen - werd een schitterend kampioenschap behaald, een prachtige, stimulans voor onze jonge vereeniging.
Eén voorval in den beslissenden uitwedstrijd tegen de Adelaars willen wij hier aan de vergetelheid ontrukken. In de tweede helft van den wedstrijd, de stand was toen 1-1, schoot Joop Dittmar den bal keihard in. Deze stuitte echter van den ijzeren stang achter in het doel het veld weer in. Heel Westerkwartier juichte ..... de scheidsrechter liet echter gewoon doorspelen. Gelukkig volgde echter spoedig een reprise van dit winnende doelpunt.
TECHNISCH VOLMAAKT
Wij gingen derhalve het volgende seizoen 1937/38 onze intrede doen in de tweede klasse van den H.V.B. Allereerst werd echter weer eens verhuisd en wel van het verre Bezuidenhout naar het oude Quick-terrein, waar onze vereeniging eerst recht tot grooter, bloei kwam. Enorm was de ledenaanwas nu Westerkwartier in eigen omgeving speelde. Het aantal adspirantenelftallen varieerde van zeven tot negen, het aantal seniorenelftallen steeg snel tot zeven.
Het heel wat hardere spel in de tweede klasse speelde ons eerste elftal aanvankelijk nogal parten, zoodat dat seizoen met de tweede plaats genoegen moest worden genomen achter Laakkwartier 4, dat naar de eerste klasse promoveerde.
Westerkwartier mocht het opnieuw probeeren en deed dat met succes. In. het seizoen 1938/39 wisten wij door enkele wijzigingen een elftal op den been te brengen dat in jaren niet meer ie kloppen was. Technisch speelde het vrijwel volmaakt, H.V.B.-clubs waren voor dit elftal geen partij meer. Onder aanvoering van den 35-jarigen technicus Gerard Kemperman, behaalde ons verder jonge elftal een schitterend kampioenschap. De stimulans die Barend Donker als leider toen en in latere jaren op het eerste, everals op de andere elftallen, uitoefende, droeg het zijne bij tot de successen.
ALLONS, ALLEZ!
Barend Donker, de geestelijke vader van Westerkwartier in die dagen, was de man, aan wien onze vereeniging zeer veel te danken heeft. Er ging geen zondag voorbij op het oude knusse terrein, of Barend's sportieve figuur - hij nam den geheelen winter door zijn bad in zee - stond des morgens reeds om half tien op het veld om de jongens, die om tien uur moesten spelen te verwelkomen. Hoe prikkelde niet zijn vermaarde strijdkreet langs de lijnen: allons, allez!! onze spelers tot steeds grooter krachtsinspanning en wat was zijn technisch volmaakte voetbal op het veld niet een inspiratie voor vele jongeren. Werkelijk te vroeg is hij zijn gezin en ons ontvallen.
VAARWEL H.V.B.
In het najaar van 1938 dan, waren alle factoren aanwezig voor een snellen sprong omhoog. Tegenstanders, zoowel als de pers waren dikwijls opgetogen over het spel van ons eerste elftal, terwijl de lagere elftallen met veelal dezelfde technische speelwijze in het kielzog van het eerste mee omhoog trokken.
Onbedreigd werd dat jaar het kampioenschap behaald, terwijl tevens - dus nog als tweede klasser - den H.V.B.-beker werd veroverd. Het volgende seizoen in de eerste klasse van den Haagschen Voetbal Bond zou echter onzen opgang weer vertragen. Met 14 gespeelde en gewonnen wedstrijden - 121 voor en 6 tegen!!! - gingen we ook dat seizoen als eerste over den eindstreep. Echter, het werd in verband met de mobilisatie een noodcompetitie, met als gevolg geen promotie. Dit kunststukje moest dus in het seizoen 1940/41 herhaald worden, hetgeen ook prompt gebeurde. Met 31 punten uit 16 wedstrijden, 131 doelpunten voor en 17 tegen, bereikten wij wederom den top, waarna zonder puntenverlies tevens het algeheel kampioenschap van den H.V.B. werd behaald.
Westerkwartier 1 had de H.V.B. loopbaan afgesloten; de K.N.V.B. lag voor ons .....
JUBELENDE PERS-CITATEN
Wij laten van het hierboven vermelde seizoen enkele perscitaten volgen.
"Het favorieten-elftal van Westerkwartier startte uitstekend. Een zeer behoorlijk Quick 4 ging kansloos ten onder met 8-1". (Vooruit 15 October 1940).
"S.O.A.2 bond den strijd aan met een volledig Westerkwartier 1. De groen-witten werden, met 20-0 in de pan gehakt". (Haagsche Courant 28 Octöber 1940).
"Aanvankelijk leek het erop, dat Westerkwartier 1 aan Dodge een heelen kluif zou hebben. De blauw-witten waren zelfs zoo brutaal middels hun linksbuiten de leiding te nemen. De rust ging echter in met een zeker verdienden voorsprong van 2-1 voor Dittmar c.s. Daarna was het hek van den dam en waren het de Rood-Witten, die weer een prima wedstrijd speelden. Zij wonnen tenslotte verdiend met 8-1". (Haagsche Courant van 10 Maart 1941)
"Westerkwártier heeft niet tegen, maar met Laakkwartier 4 (den concurrent. Red.) gespeeld. Zonder ook maar een oogenblik bedreigd te zijn won Westerkwartier met 6-0.
De a.s. kampioenen hebben een keurig spelletje gedemonstreerd". (Sportkroniek 15 April 1941).
"De tweede manche om den hoogsten eeretitel (algeheel kampioensdhap H.V.B. Red.) wordt a.s. Zondag gespeeld. Het geduchte Westerkwartier treedt aan tegen Wessenaar 2. De naam Westerkwartier zweeft momenteel op de lippen van al wat voetballer is. En met recht. Het is een unicum wat de Rood-Witten reeds hebben gepresteerd en nog steeds te zien geven. Wij kunnen ons niet herinneren, dat zij een nederlaag leden, want zoowel de door hen gespeelde competitie- als vriendschappelijke en/of seriewedstrijden leverden overwinningen op". (Haagsche Courant 20 Juni 1941).
Zoo was onze H.V.B.-tijd boven allen lof verheven. De grondslagen waren gelegd om ook in den K.N.V.B. de stijgende lijn te blijven volgen. De evacuatie van ons terrein in 1943 zou ons echter net zooveel levensbloed aftappen, dat wij de tweede klasse K.N.V.B. niet konden halen.
DE VIERDE KLAS K.N.V.B. GEPASSEERD!
De Koninklijke Nederlandsche Voetbal Bond werd geen walk-over, zooals de Haagsche Voetbal Bond dat was geweest. De eerste twee wedstrijden in de vierde klasse werden royaal gewonnen maar in den derden ondervonden wij een staaltje van doorzettingsvermogen en hardnekkig verzet. Toen wij tegen Celeritas na een kwartier de leiding namen en één onzer spelers indachtig den H.V.B. opmerkte: "Dat is de eerste", bleek dit koren op den molen der tegenpartij te zijn. Ondanks onze technische meerderheid verloren wij met 5-2. Wij hielden echter vol, verspeelden evenals onze tegenstanders eenige punten en zagen ons met den uitwedstrijd tegen Celeritas voor de volgende situatie geplaatst:
Celeritas : 16 14 1 1 29 77 - 31
Westerkwartier : 17 14 1 2 29 57 - 20
Ons elftal vocht tegen Celeritas voor zijn laatste kans, speelden werkelijk een schitterende wedstrijd om nooit meer te vergeten en verliet tenslotte met een 3-2 overwinning het Zuiderpark. Doordat Celeritas haar laatsten competitiewedstrijd won, werd een beslissingswedstrijd noodzakelijk.
Deze werd op het A.D.O-terrein gespeeld en geen Westerkwartierder uit dien tijd zal ook dezen enerverenden wedstrjd vergeten. Een 2-1 overwinning voor ons was het resultaat.
De promotiewedstrijden werden al even sensationeel. Na een aanvankelijke 6-1 nederlaag tegen Archipel slaagden wij er toch weer in als overwinnaar uit deze wedstrijden naar voren te treden, hetgeen ons na een éénjarig verblijf in de vierde klasse van den K.N.V.B. het derdeklasseschap bezorgde. Wederom een gloriejaar dus. Vier onzer senioren en drie adspiranten elfiallen werden dat seizoen eveneens kampioein van hun afdeelingen.....
UW TAAK IS NOOIT TEN EINDE!
De derde klasse zou ons voorloopig een halt toeroepen. Wel vervulden wij steeds een prominente rol, gevolg van goede techniek, zonder welke goed voetbal onmogelijk is.
Het seizoen 1942/43, het laatste op ons oude terrein, bracht een nek-aan-nek-race met het toen zeer sterke Wassenaar, waartegen wij het tenslotte niet konden bolwerken. Het seizoen 1943/44 bracht ons de evacuatie naar het Laakkwartierterrein, een slag van beteekenis voor onze jonge vereeniging en tevens weer een nek-aan-nek-race met Wasseaaar. Ditmaal was het kampioenschap voor ons. Een speciale promotieregeling van den K.N.V.B. besliste, dat de kampioenen der beide laatste jaren - het, vorige seizoen werd er niet gepromoveerd, dus Wassenaar was nog steeds derde klasser - met elkander moesten strijden voor het recht tot deelneming aan de promotiewedstrijden. Wassenaar - hoeveel malen zijn we daar die twee seizoenen niet tegen uitgekomen, - was ditmaal de gelukkigste, zoodat promotie voor ons niet was weggelegd, evenmin trouwens als voor Wassenaar, dat de promotiewedstrijden niet gelukkig doormaakte.
Toen brak de periode aan in het najaar van 1944, dat de druk der Duitsche bezetting zoo zwaar werd, dat aan voetbal nau-
welijks meer gedacht werd. Hoe weinig aan voetbal was gedacht bleek eerst na de bevrijding, toen het haast niet mogelijk bleek, de onderlinge band tussen de leden te vernieuwen. Immers, het trefpunt, ons eigen home, ontbrak nog steeds. Ons oude veld was door de Duitschers getransformeerd in een hobbelig heidelandschaap, doorploegd met enkele loopgraven.
Tribune, clubhuis en afrastering waren totaal verdwenen. De bezetting had voorts aan. verschillende leden het leven gekost, de bevrijding deed bovendien weer anderen in militairen dienst treden. Onze steeds zoo uitgebreide juniorenafdeeling was schrikbarend gedund. Het bestuur zag zich voor schrier onoverkomelijke moeilijkheden geplaatst, waarvan wel de grootste de slechte opkomst van de leden was, veroorzaakt door het afwezig zijn van vervoermiddelen op op zondag.
Hard is er toen aan den opbouw gewerkt. Het eerste elftal speelde behoudens een inzinking in de eerste helft van het seizoen zeer verdienstelijk en bereikte de derde plaats achter Scheveringen en Laakkwartier. De wegblijvers zonder kennisgeving werden hard aangepakt en euveldaden op dit gebied behooren thans vrijwel tot het verleden.
Thans.....! We hebben weer de stijgende lijn te pakken. De juniorenafdeeling bloeit weer, zij het, dat het peil van voorheen nog niet is bereikt, hetgeen echter bij den huidigen gang van zaken een kwestie van tijd is. De animo onder de leden is weer groot, hetgeen beloften inhoudt voor het komende seizoen, wanneer wij onze intrede doen op het nieuwe terreinencomplex. Daar zal het moeten zijn, dat Westerkwartier weer bloeit als voorheen. Een nieuwe generatie van jonge spelers wordt thans opgeleid om te treden in de voetsporen van hun oudere broers, om net als zij, door technische bekwaamheden weer grootsche resultaten te bereiken, terwijl die oudere broers na het einde van hun loopbaan als actief voetballer, hun loodbaan als Westerkwartierder niet beëindigd dienen te beschouwen, maar de handen aan de ploeg moeten slaan om op organisatorisch gebied, als opleiders van de jeugd, enz. ons Westerkwartier verder omhoog te helpen.
Zoo zij het.. Noblesse oblige!
Th.C.de Jongh.
ZIJ, die ons ontvielen
Er behoort eenige durf toe een jubileumrummer te laten verschijnen, waarvan enkele pagina's gewijd zijn aan hen, die ons ontvielen, maar waar dit nummer tracht een afspiegeling te geven van 12½ jaar vereenigingsleven, hebben wij tenslotte gemeend met een enkel woord te moeten stilstaan bij hen die in die periode van 12½ jaar het hunne er toe bijgedragen hebben, onze vereniging groot te maken. Wij zullen voor hen steeds een bijzondere plaats ons hart hart blijven inruimen.
Tot de zware slagen, die ons rood-wit te incasseeren kreeg behoorde het overlijden van B.J. DONKER Sr. in 1941. Wat Barend Donker voor onze vereeniging beteekend heeft, is moeilijk te beschrijven. Zij, die hem gekend hebben, zullen dit beseffen, zij die hem niet kenden zullen zich geen indruk kunnen vormen over zjn afzijdig werk voor Westerkwartier. Onder zijn bestuursperiode kwamen wij op het oude Quick-veld terecht, waar onze bloei begon. Immer en overal stond hij op de bres als centrale figuur om onze elftallen steeds weer de kampioens- haven.binnen te loodsen. Ook op ander gebied was Barend Donker een bekende sportsman. Wie herinnert zich niet zijn wintersche zwempartijen in zee en de verhalen, die daarover de ronde deden. Ook des zomers aan het strand was Barend de man, die zijn discipelen bijeen wist te houden. Na een langdurig verblijf.in het ziekenhuis overleed hij tenslotte aan zijn ongeneeslijke ziekte op 45-jarigen leeftijd met den naam van onze vereeniging op de lippen. Dat hij gewaardeerd werd, en nog wordt, bewees de lange rij Westerkwartierders achter zijn baar. En nog steeds staan wij achter hem .....
Weinig zal Barend Donker vermoed hebben, dat enkele jaren na hem zijn oudste zoon, die op sportgebied zijn voetsporen drukte, aan het bruut geweld van den overheerscher van ons land ten offer zou vallen.
BAAI, die zich als rechtgeaard Nederlander niet lang behoefde te bezinnen op de houding, die hij tegen den bezetter moest aannemen, viel tenslotte voor het moordend vuur van een overmacht. Baai, die zich lang geheel en al voor zijn vereniging gaf, veranderde gedurende het verloop van den oorlog als bij tooverslag, werd stiller en teruggetrokkener, had het eeuwig druk en deed wat hij voordien naliet: hij rookte als maar door. Slechts enkelen, die met hem sanenwerkten wisten van zijn heldhaftig en levensgevaarlijk werk.
En zooals meer tijdens den oorlog, het was nog door een min of meer ongelukkige omstandigheid, dat hij tenslotte gegrepen werd. Op 24-jarigen leeftijd overleed hij. Een dubbele slag voor zijn moeder en voor onze vereniging, die zijn veel en zeer nuttig werk zal blijvën gedenken tot in lengte van dagen.
Met Baai werkten ook veel samen CEES DE JONG en AB DE SOET. Eerstgenoemde had zitting in verscheidene bestuurscolleges in onze vereeniging en werd o.a. eens samen met Baai gehuldigd voor, het rijden van den elfstedentocht. Ook Cees, stoer als hij was, droeg zijn steentje bij tot de bevrijding van ons lard. Wat Cees speciaal voor het adspirantenleven in Westerkwartier beteekende, viel niet weg te cijferen. Keer op keer wist hij leven in de junioren te blazen, die zich tot het uiterste gaven om Cees niet teleur te stellen. Begin September 1944 werd hij, vanuit Vucht naar Duitschland gevoerd. Tot op heden keerde hij niet in onze gelederen terug.....
Ab, rechtvaardig en levenslustig als hij was, had zijn route eveneens uitgestippeld. Welke deze was, laat zich makkelijk raden. Ook hij heeft niet de resultaten var zijn werk mogen zien, maar vergeefsch werk was het daarom allerminst. Als held stierf hij op 20-jarigen leeftijd te Rotterdam voor het executiepeleton tezamen met den dominee, in wiens huis hij gearresteerd werd. Niet genoeg kunnen wij als vereniging en als individueel de daden van deze mannen waarderen, die met hun leven dat van ons wisten te redden.
Een zeer bekende figuur van ons eerste elftal was CEES ELSAKKER, jarenlang linksbuiten, voordat Herman van Bree deze plaats innam. Fietsend bij Zoetermeer werd hij van de lucht uit beschoten, nadat hij een bezoek in Den Haag had gebracht. (Hij woonde in Utrecht). Hij liet zijn vrouw en een kindje achter.
Met het opsommen van deze namen is echter nog geen eind gekomen aan de rij van personen, die tengevolge van den oorlog uit onze gelederen weggerukt werden. Niet tengevolge van illegalen strijd zijn nog een aantal Westerkwartierders overleden. We denken dan b.v. aan JAAP VAN STRAATEN, speler van onze 1B adspiranten tot 1942. Tengevolge van de maatregelen ten aanzien van Joodsche personen moest hij in 1942 naar Westerbork vertrekken. Hoewel in de kracht van zijn leven mocht Jaap niet terugkeeren. Naar verluidt, overleed hij eerst in begin 1945 in een Duitsche fabriek. Om dezelfde reden overleed ook ons lid H. SOUTTER. Hij was slechts kort lid van onze vereeniging. Twee jonge levens, door de nuttelooze maatregelen van de barbaren weggemaaid. Wat zouden zij nog op de maatschappelijke ladder hebben kunnen presteeren.
Onbegrijpelijke dingen des levens toch .....
Van geheel anderen aard, maar ook tengevolge van de oorlogshandelingen, was het tragisch verscheiden van de heer W.C.JANS en RICARD DE CLOE. Actief als altijd was de eerste steeds op stap om in de donkere dagen varn den hongerwinter het voedsel voor zijn gezin binnen te halen. Van een van deze tochten keerde hij niet terug. In het Noorden werd zijn "convooi" door geallieerde vliegers onder vuur genomen, waarbij hij het leven liet. Richard was, zooals de jeugd dat met zich meebracht, doende zooveel mogelijk hout naar huis te brengen. Daarbij had hij het ongeluk om op de Laan van Eik en Duinen tusschen de kerkhoven op een door de Duitschers verraderlijk neergelegde landmijn te trappen, die hem zwaar verminkte. Richard was een prettig kameraad en een goed adspirant-lid, dat helaas te jeugdig uit het leven werd weggehaald.
Een andere bekende Westerkwartierder uit de vroegere eerste klas adspiranten overleed eerst kortgeleden: BOB BAKKER. Bob had zich in 1945 als oorlogsvrijwilliger opgegeven en was derhalve als een van de eersten in Nederlandsch-Indië.
Zwaar ziek kwam hij in 1946 in Holland terug, zijn gedachten, nog steeds bij zijn vereeniging. Hij werd in St-Antoniushove opgenomen waar bleek, dat zijn toestand zeer ernstig was. Niettegenstaande overleed dit veelbelovende Westerkwartierlid, die wel iets in zijn schoenen had, op 21-jarigen leeftijd nog onverwacht. Zijn indrukwekkende begrafenis toonde aan hoeveel vrienden Bob zich had weten te maken.
Nog zijn we hiermee echter niet aan het einde van de rij van hen die in ons 12½-jarig bestaan het leven lieten. Om te beginnen met enkelen, die velen niet gekend zullen hebben, noemen we KAREL FEDDEMA, broer van Joop en in onze eerste 4 jaren van opklimmen op de voetballadder de prominente keeper van ons eerste elftal. Hij werd plotseling uit zijn jeugdige leven weggerukt tengevolge van een zonnesteek, waardoor hij dood op zijn fiets bleef zitten. Welk een slag dit destijds voor Westerkwartier beteekende, weten slechts zij, die hem meemaakten. Een andere jeugdige en veelbelovende rood-witter was RUDIE OOSTENRIJK, die eveneens korten tijd na onze oprichting het leven liet door een sloopende hersenvilesontsteking. Vele makkers brachten hem de laatste eer op de Binckhorstlaan.
Van later tijden dateert het overlijden van H.v.AAREM, die zeer kort lid van onze vereeniging was en die evenals MAC CONFURIUS aan het geweld van den bezetter ten offer viel, bij een pooging om naar Zwitserland te ontkomen. Ook het verscheiden van den broer var Jaap Vink, COR, die als gijzelaar voor den aanslag op Rauter voor het vuurpeleton stierf, dateert uit de oorlogsdagen.
Aldus vijftien Westerkwartierders, van wie twaalf in den laatsten wereldoorlog overleden. Geen wonder, dat een vereeniging dergelijke klappen niet dan na een crisis te boven kon komen. Onmiddellijk na den oorlog was het verlies van deze menschen, waaronder de besten, de certrale figuren van onze vereeniging, gevoelig te merken. Thans richten wij ons weer op om op de beste wijze hun nagedachtenis te eeren: door het opvoeren van onze prestaties, waar zij, die heengingen zoo mee begaan waren.
Dat zij rusten in de wetenschap, dat Westerkwartier hen eert.
DROMEN ZIJN
Ik droomde van acht elftallen, met acht sp1internieuwe ballen,
Nieuwe mooie voetbalschoenen, shirts en broekjes om te zoenen,
't Deed me deksels veel plezier, zoo'n mooie droom van Westerkwartier.
Enkele dagen van tevoren, droomde ik van veel Junioren,
Jonge knapen, veelbeloovend, tegenstanders kooltjes stoovend,
Ook daarin had ik plezier, zoo'n goeie droom van Westerkwartier.
Het bestuur had maar te kikken, en ze konden vlot beschikken,
Over menschen heele rissies, die hard werkten in commissies
Ieder deed het met plezier, in het belang van Westerkwartier.
Dat de waarheid wel wat hard is, schoen- en veldtekort ons part is,
Moet ons in 't gevecht nog sterken, nu juist allen samenwerken,
Dan heeft ieder straks plezier, in een waar succes van Westerkwartier.
Adriaan.
AAN ONZE JEUGD
De toekomst van Westerkwartier hangt af van onze jeugd. Behalve op ons, op wie de taak rust onze jeugd op te voeden, wordt hiermee tevens een groote verantwoordelijkheid gelegd op de schouders van onze jongens.
Jongens, elders in dit nummer hebben jullie kunnen lezer, van de prachtige wijze, waarop onze adspiranten van de eerste jaren van het bestaan van Westerkwartier, met een ruk ons Rood-Wit van de derde klasse van den toenmaligen Haagschen Voetbal Bond brachten naar de derde klasse van den Koninklijken Nederlandschen Voetbal Bond. Hadden oorlog en evacuatie onze gelederen niet zoo gedund, zeer zeker was ook de tweede klasse bereikt.
Ons eerste elftal mag er nog zijn, maar het bereiken van promotie is voor dit eerste misschien een te zware taak geworden. Dat is JULLIE taak in de toekomst, jongens! Brengt Westerkwartier weer naar de grootheid van weleer, toen kampioenschappen van onze elftallen schering en inslag waren. Voert jullie capaciteitën op door vooral des zomers de training te bezoeken en oefent jezelf speciaal in die onderdeelen van de techniek, die jullie zwakste zijden zijn. Voert je techniek op, leert voetballen, zooals het eerste dit altijd deed. Zoo goed mogelijk voetbal als doel, dan volgen de resultaten vanzelf. Beseft, dat techniek de grondslag is voor elk voetbalsucces, maar daarvoor is vooral in jullie jonge jaren oefening en nog eens oefening, die kunst baart, noodzakelijk.
Onthoudt, dat alles, wat jullie in je voetbalwereldje doet, in het belang van Westerkwartier moet zijn en laat je eigen belang op de tweede plaats komen. Kweekt op deze wijze opofferingsgezindheid aan en ook door, zooals steeds de levensstijl van onze vereniging is geweest, nederlagen sportief te dragen en niet te reageren op ruw spel. Ook hierdoor brengen jullie den naam van Westerkwartier omhoog. Verrijkt onze adspiranten-afdeeling met nieuwe, goede, voetballers, waardoor onze vereeniging straks op haar nieuwe terreinencomplex een nieuwe, groote bloeiperiode tegemoet gaat. Jongens, wij hopen van ganscher harte, dat jullie mogen slagen in het volbrengen van jullie taak.
Th.C.de Jongh.
DE EERSTE MIJLPAAL BEREIKT
Juist als het dagelijksch leven is ook het vereenigingslevezi ingedeeld in perioden, na afloop waarvan men pleegt te zeggen: "Een mijlpaal bereikt". Bij het afscheid nemen van zoo'n periode gaat men meestal in gedachten nog eens rustig alle evenementen na, die hun stempel drukten op den afgeloopen cyclus. Veelal zal het bereiken van zoo'n mijlpaal ook gepaard gaan met een ceremonieel, hetzij in den vorm van een plechtige herdenking, een luidruchtig afscheid dan wel het doen verschijnen van een uitgave, waarin al die evenementen nog eens aan de vergetelheid ontrukt worden.
Ook in dit jubileum-nummer ter gelegenheid van het bereiken van een mijlpaal, het 12½ jarig bestaan van de ons dierbaar geworden kleuren rood en wit, die synoniem zijn met Westerkwrartier, zullen de terugblikken in het verleden weer talrijk zijn. En geen wonder, dat we dat graag doen, want hoeveel groote momenten waren er niet in ons jonge vereenigingsleven?
Gestart als een jongenselub in de adspiranten-competitie van den toenmaligen H.V.B. bleek al dra, dat onze vereeniging voorbestemd was hoogere regionen te bereiken. Hoe snel volgden de promoties elkander aanvanke lijk op. Hoe werd niet steeds in de toen nog dikke dagbladen de nadruk gelegd op de prestaties van onze eerste elftal-spelers. Hoe zeer werd niet den geest in onze gelederen geroemd, den geest, waardoor de prestaties verkregen werden. Eerste klas H.V.B., 4e klas K.N.V.B, 3e klas K.N.V.B. ….. het kon niet op.
En toch, de reactie moest komen en is gekomen. In den vorm van een oorlog en de naweeën daarvan. Wij traden uit den oorlog als een gebroken geheel. Ons veld was verdwenen en als ook in het dagelijksch leven: het evacuatie-adres beviel niet. Maar dit was niet het ergste. Enkele steunpilaren van het rood-witte bouwwerk werden weggeslagen door de schennershand van den bezetter. Enkelen van de besten onzer vereeniging mochten niet beleven, dat Westerkwartier aan een nieuwe opbouwperiode ging beginnen .....
Want het is een feit, wij zijn bezig de zware oorlogsslagen te overwinnen en.…. het lukt. Niet zoo snel als wij dit verwacht hadden, maar waar gaat de wederopbouw wel snel. Langzaam maar vooral zeker, stijgen de prestaties van onze geschonden gelederen weer, werken onze mannen zich weer naar de bovenste regionen van de competitieladders, vaart er weer nieuwe geest, nieuw enthousiasme in onze leden, wordt er binnenskamers gewerkt aan het tot stand komen van onze nieuwe terreinen op de plaats, waar onze vereeniging naam maakte, op de plaats, waar wij thuis hooren en waaraan wij de dierbaarste herinneringen hebben. Dit gereleveerd hebbend, gelooven we wel, dat de resultaten in dit jubileumjaar tot tevredenheid zullen stemmen. Laten alle spelers het zich een plicht achten in de tweede periode van 12½ jaar, die nu volgt, den weg naar den volgenden mijlpaal, Westerkwartier daar te brengen, waar we het allen zoo graag zouden zien.
Dat de basis hiervoor gelegd mag worden bij de herdenking van dit 12½ jarig bestaan, en dat het proces zich zal mogen voltrekken in den besten, geest en de grootste sportiviteit…..
G. A. de Mos
OVERPEINZINGEN ANNO 2000
Na de vele terugblikken, die dit jubileum-nummer in de Westerkwartier-historie biedt, laten wij gaarne een kleine ruimte ter beschikking aan onzen ziener, die reeds herhaalde malen blijk gaf, met zijn gedachten omstreeks 2000 te leven. Ook hij bliktt ditmaal terug, maar dan van het jaar 2000 uit, hetgeen minstens even interessant is.
Redactie.
Met mijn gedachten vertoef ik de laatste dagen veel bij het Westerkwartier van een halven eeuw geleden. Als ik mij niet vergis, was het in het jaar 1947, dat na een eindeloos geworstel - wat vierde de thans ter ziele gegane ambtenarij nog een hoogtij in die jaren het nieuwe terreinencomplex aan de Duinlaan in gebruik genomen werd, Wie kon toen een dergelijke ontwikkeling vermoeden, als hij thans langs de monumentale ingang van ons stadion aan den breeden Sportlaan wandelt.
Het was het jaar, waarin alle commissies - junioren-, elftal-, ballotage-, T.T.F.-, terrein- en redactiecommissie; wat leefden we toeh toch in een tijd van connissies (Generaal en zoo) - alle krachten aanwendden, om onder leiding van het bestuur aan Westerkwartier zijn oude glorie te hergeven. Het was ook het jaar - hoe ver lijkt het ons geleden na ons 65 jarig bestaan -, dat wij ons 12½-jarig bestaan herdachten.
Als ik thans Brammetje Muth bezig zie met een viertal junioren om een van de nieuwste songs - hey babe reebob-; hoorden we dat in 1947 ook al niet? - met het zangkoor
"De Roodborstjes", dat in 1950 het praedicaat Koninklijk verwierf, in te studeeren, dan denk ik onwillekeurig aan zijn Grootvader, die in 1947 de verrassing van den feest- avond was met zijn koor, dat na slechts enkele repetities op het "Heitje" dien avond aller harten veroverden.
Juist gisteravond kwam het gesprek nog op dien onvergetelijken avond. 'Het was op den wekelijkschen biljartavond in ons vereenigingsgebouw, voor leden die de 75 al gepasseerd zijn. U wilt natuurlijk graag eenige namen hooren van de aanwezigen. Ik zag er onzen trainer de Jongh statistisch zuiver de ballen over het biljart aaien. Ik zag er Allart den dikbuikigen directeur van 's-werelds bekendste speelgoedonderneming met zijn technischen onderdirecteur den Ouden, specialiteit in het vervaardigen van speelgoedbruggen. Ik zag er den ouden Muth, die zijn biljartgemiddelde van 2 ruim 50 jaar wist te handhaven.
Verder was daar den gepensionneerden luit.-kolonel v.d.Dussen, thans voorzitter van de nationale vereeniging tot bestrijding van den invloed der vrouwen - het is slechts een bijbaantje, want de dienstpensioenen zijn tegenwoordig heel wat beter dan in 1947 -. Ook oude Boxsem, kassier van het maatschappelijk hulpbetoon, dat nog steeds bestaat, was er, tesamen met den onderduiker W.Sedee.
Dat onderduiker wil zeggen dat hij oogluikend bij deze biljartfestijnen toegelaten wordt, daar hij nog geen 75 is.
Ja, die feestavond, de lotenverkoop en het enorme succes, dat dit werd. Hoe tenslotte onzen voorzitter van toen met de fiets naar huis ging. Hij kon hem toen nog best gebruiken want hij was al zoo lang bezig om een auto voor zijn zaakje te bemachtigen. En dan te bedenken, dat hij nu veertien wagens heeft, die om de paar minuten van de fabriek af naar de Keizerstraat rijden. Tusschen twee haakjes, zijn loopjongen rijdt nog steeds op die fiets. Of dat ook een beste geweest is. En die swingwedstrijd op dat bal van dien feestavond. We hebben ons gisteravond nog op de buiken geslagen van plezier, als we aan Boet dachten. die met het meisje van Robbetje Sedde - U weet wel, dat meisje, dat eerst met Dré Attasio gegaan had, die haar tenslotte voor 3 postzegels gekocht had voor Jopie v.d.Dussen - de jitterbugwedstrijd won vóór Bertram en zijn vrouw - arme Bertram, die in 1958 zich in een kies verslikte en stierf - en Schoen, die alleen jitterde, door het besnuffelen van de vloer. Tenslotte ging hij maar bridgen met drie blinden. Ja, die Schoen was een meester in dat spel. Hij stelde alsmaar bridge-drives vast en zocht dan eerst de spellen uit, zoodat de een 13 harten, de tweede 13 schoppen enz. in zijn handen had.
Ik herinner mij nog een hevige vechtpartij tijdens zoo'n drive. De ziekenhuiskosten voor de familie Schoenmaker heeft het bestuur toen maar betaald. Het was tenslotte een ongeluk, overkomen in diensttijd.
Ja, het was een pracht van een feestavond, waarover ik uren zou kunnen doorgaan. Maar dat doe ik niet. Vraagt U het maar aan Frans, Hans, Joop, Piet of wien U wilt. Iedereen was er immers ??!!
GEENBEE.
WESTERKWARTIER'S WAKKERE KERELS:
WORDT KAMPIOEN!
Velen onzer leden zullen wel eens gehoord hebben van Ir.A. v.Emmenes, redacteur van de bekende weekbladen Sportief en Sport en o.a. ooggetuige-verslaggever van den wedstrijd in Huddersfield. Dat hij een klaren kijk op diverse voetbalzaken heeft, weten allen, die iets met voetbal uitstaande hebben en speciaal de leden van ons eerste elftal hebben de prettigste herinneringen aan de causerien van Ir.v.Emrienes, waardoor hij dit elftal vorig seizoen wist te inspireeren tot den bekenden, eindspurt, die ons eerste uit de onderste regionen naar de derde plaats bracht.
Wij vroegen den heer van Emmenes of hij nog iets te zeggen had naar aanleiding van ons jubileum. En hij had inderdaad iets te zeggen. Iets zeer behartenswaardigs zelfs. Dat onze voetballers zich zijn aanhef tot de hunne mogen maken: Wordt Kampioen!
In het verre westen van de goede stad Die Haghe zetelt een club, die weliswaar haar tenten, tijdelijk heeft moeten opslaan in het niet minder verre Zuidoosten of daaromtrent, maar die met het kostelijke plan rondloopt binnen afzienbaren tijd terug naar het zij het ook nog verdere Westen.
In afwachting daarvan heeft zij haar aanvankelijk ononderbroken reeks van kampioenschappen even stop gezet. Hindert niet, want het is wel eens goed en nuttig een tijdlang wat meer en krachtiger tegenstand te ondervinden. Dat hardt en dat maakt sterker voor de toekomst.
Zoo langzamerhand echter moet het toch weer eens 'beuren, wakkere kerels van de wilskrachtige club, die naar den naam Westerkwartier luistert. Gij kunt op een welbesteed tijdperk terugzien. Een periode van 12½ jaar is maar zeer kort in Nederlandsch voetbalhistorie en dan moet daar nog bij bedacht worden, dat 5 harde oorlogsjaren, die Westerkwartier materieel noch moreel ongemoeid hebben gelaten, in dien koperen leeftijd inbegrepen zijn. Ik wil maar zeggen, dat de club trotsch kan zijn op het thans met eere bekleed derdeklasseschap. Heele volksstammen, die al veel langer bestaansduur achter den rug hebben, moeten met heel wat minder tevreden zijn.
Doch..... het derdeklasseschap kan en mag het eindpunt niet voor Ulieden zijn. Het doode punt, waarop de club nu sinds enkele jaren schijnt te zijn aangeland, moet eerlang overschreden worden en het koperen bestaansfeest, straks gevolgd door de met spanning en verwachting tegemoet geziene verhuizing tot nabij de oude wigwams, lijkt een schitterende gelegenheid om de koppen bij elkaar te steken en zich voor te nemer de club weg te rukken van het doode spoor, waarop zij thans is aangeland.
De capaciteiten zijn er, - dat is in het verleden bij voortduring gebleken en als het er op aan komt, blijkt het telk- ens opnieuw weer.
Als het er op aan komt! Maar nu komt het er toch immers op aan. En als het dan dit seizoen niet meer kan - hetgeen moet worden gevreesd -, dan zal toch het volgend seizoenmoeten brengen, datgene, waarnaar de geheele roodwitte schare geregeld zit te snakken: het kampioenschap van de derde klasse, gevolgd door de promotie naar de tweede.
Hoe zal dat moeten worden aangepakt? Ten eerste door de volledige medewerking van alle spelers, die elk voor zich hun uiterste best moeten doen om hun techniek op hooger plan te brengen Straks, op het ongetwijfeld mooie en knusse eigen terrein zal dat, allemaal veel beter gaan dan de laatste jarer, mogelijk was. Ik begrijp heel goed, dat het een handicap geweest is, dat velen niet geregeld aan de oefeningen hebben kunnen deelnemen. Maar..... dat wordt nu allemaal anders en bovendien kan men, in, afwachting van verhuizing, toch al het noodige doen om zijn voetbalcapaciteiten en …… zijn lichamelijke conditie op hooger plan te brengen. De kreet, die na Nederlandsch nederlaag in Hudderzfield opgeld deed in de voetbalwereld, n.l. "Terug naar de techniek” moet door alle clubs, door alle voetballers, begrepen en opgevolgd worden. Westerkwartier's wakkere kerels, die al zoo vaak bewezen hebber dat zij de betekenis van een goede techniek begrepen hebben, zullen daarbij zeker niet achter blijven.
En dan de tactiek! Huddersfield keeft de roep om den stopperspi1 sterker dan ooit doen ontketenen,. Ik behoef, geloof ik, de Westerkwartierders niet te vertellen hoe ik tegenover het stopperspilsysteem sta. Op een aantal zeer prettige en naar ik meen ook wel nuttige avonden heb ik verleden jaar met de spelers van Uw eerste elftal deze tactiek uit en te na uitgekiend. Voor deze theorieën vond ik bij Uw club een vruchtbarenvoedingsbodem.
De spe1ers waren bereid het systeem zoo goed en zoo trouw mogelijk na te volgen en welke resultaten dat gehad heeft, behoef ik U niet te vertellen.
Dat het daarna een tijdlang wat minder goed gegaan is, behoeft niet tot verontrusting te leiden. Zulke dingen zijn heel normaal. Men mag echter niet de grove fout maken, achteruitgang toe te schrijven aan het systeem, doch veeleer dient men te denken aan een verkeerde toepassing en vooral ook aan minder goede techniek. Want dat zal men altijd moeten bedenken: een systeem kan nog zoo prachtig zijn, de spelers zullen technisch in staat moeten zijn om het uit te voeren, technisch en lichamelijk.
Dit jubileum biedt mij een welkome gelegenheid dit stokpaard je, dat ik al veel langer berijd dan Uw vereeniging oud is, weer eens te bestijgen. De ontwikkeling var het Nederlandsche voetbal gaat in de richting van den stopperspil en het ziet er naar uit dat meer en meer clubs de wenselijkheid, om niet te zeggen nood zakelijkheid, om het ook te gaan beoefenen, zullen irzien. De club, die bet reeds toepast en..... overtuigd is van het goede er van, zal straks een belangrijke streep voor hebben op de concurrenten, die er noodgedwongen nog aan beginnen moeten. Het is immers een bekend feit, dat men een paar seizoenen noodig kan hebben om het behoorlijk orden de klie te krijgen.
.Straks, als Westerkwartier tot vreugde van al haar leden, zich weer in het verre westen gaat nestelen, zal de club aldus geheel paraat kunnen zin technische en tactisch, lichamelijk en geestelijk, moreel en mentaal. En dan zal de sprong naar hooger regionen gemaakt kunnen worden, dan zal het kampioenschap bereikt kunnen worden door de wakkere kerels, die slechts zullen hebben te zorgen...... wakker te blijven. Dit koperen jubileum, waarmee ik Westerkwartier van ganscher harte geluk wensch, zal daartoe het reveil moeten blazen.
Wie weet, beleven we het nog, dat het groote voetbalpubliek in Den Haag en omstreken (zooals Amsterdam en Rotterdam) het bar op prijs zullen stellen, dat het station van "de Ondergrondsche zoo prettig dicht bij den ingang ven het Westerkwartier-Stadion zal liggen.....
Ir. A van Emmenes
G R 0 0 T A P P É L
Na de verschillende schrijvers in dit nummer, wil tenslotte het Bestuur gaarne van de gelegenheid gebruik maken een enkel woord te laten horen over de toekomst van onze vereeniging.
Met het betreden van ons nieuwe terreinencomplex toch, zal een geheel nieuwe periode aanbreken, een periode, waarvan we ons niet willen ontveinzen, dat zij zwaar zal zijn. Immers, de terreinen liggen vooralsnog open en bloot, zoodat de recettes voorloopig mager zullen zijn. Tegenover deze verminderde inkomsten staan de veel zwaardere lasten, tengevolge van de door ons aan te brengen entourage en outillage. Van de manier, waarop we deze moeilijkheden denken te overwinnen, zal een belangrijk deel van onzen toekomst afhangen. We zullen niet in den eigenwaan verkeeren, dat we dat alleen wel op kunnen knappen. Daar hebben we de hulp van alle leden bij noodig, zelfs de hulp van ieder, die onze vereeniging een warm hart toedraagt. Hoe moet dat geschieden? Door de allergrootste saamhoorigheid en een waar vereenigingsgevoel. Wanneer het noodig mocht blijken, dat er straks ingrijpende maatregelen genomen worden die wellicht minder prettig lijken, dan verwachten wij in de eerste plaats, dat de leden zullen begrijpen tegen welken achtergrond deze maatregelen getroffen worden. dat zij zich door het accepteeren van die stappen achter ons zullen scharen.
Het is misschien niet direct een jubileum-geluid, dat we hier laten hooren, maar met terugzien alleen-komen we er niet. De toekomst ligt ons meer aan het hart en deze toekomst moet verzekerd worden, niet door het Bestuar, maar door de heele vereeniging. Dat de clubgeest op de nieuwe velden een belangrijke verbetering zal ondergaan., daaraan twijfelen we niet, maar het zal dan toch ook niet zoo moeilijk meer moeten zijn voor onze leden om nieuwe leden te winnen en vooral nieuwe adspiranten. Een geheel nieuwe opbouwperiode zal met het spelen aan de Duinlaan aanbreken. Daaraan zal ieder naar zijn vermogen mee moeten werken. Dat is vereenigingsbelang, dat mag het Bestuur eischen.
De handeling, die door het onsympathieke, tijdens de Duitse bezetting zoo zeer populaire woord "propaganda" wordt aangeduid, hebben wij hard van noode. Het Bestuur zou het niets liever zijn, dan dat nu reeds iedereen in Den Haag-West wist, dat in September a.s. Westerkwartier weer in haar oude omgeving speelt. Dat, en nog veel meer, moet door het werk van onze leden te bereiken zijn.
Het is daarom, dat het Bestuur dit groot appél blaast. Alle leden aangetreden voor de toekomst van ons Rood-Wit.
Het Bestuur
WEDEROPBOUW EN SPELEN.
Onze Veldslag
Het is niet alleen onze vereeniging , die de jaren. door, te kampen heeft gehad met gebrek aan terreinen. Vele vereenigingen in onze stad deelen in dezen nood, een nood, die - we hebben het bij ons kunnen vaststellen - terugslaat op het spelpeil. De animo om verre velden te bespelen daalt, de eigen sfeer raakt zoek en de prestaties volgen eveneens de dalende curve van den geest in een vereeniging.
Nu kan men de schuld hiervan bij de vereenigingsbestuurderen gaan zoeken, maar wat beginnen zij, indien ze met geen mogelijkheid de beschikking kunnen krijgen over velden, waar ze hun leden tesamen kunnen brengen.
In wezen ligt de fout dan ook elders en wel bij de Gemeentelijke instanties, die de zorg over bestaande en de plannen voor nieuwe velden hebben en moeten ontwikkelen. Met die zorg is het steeds zeer droevig gesteld geweest. Parken onder Gemeentetoezicht als Fruitweg en Zuiderpark verkeeren in desolaten staat en worden reeds bij eenige neerslag afgekeurd. Het zou interessant zijn, eens een statistiek te zien van het aantal dagen dat deze parken nutteloos liggen, terwijl elders gevoetbald werd.
Plannen voor nieuwe terreincomplexen hebben we zelden van gemeentewege beleefd en derhalve bleef Den Haag met een enorm terrein-tekort zitten, wat o.a. tot resultaat had, dat het spelpeil in onze residentie beneden dat van andere steden, als Rotterdam of Amsterdam, bleef.
En we moeten vrezen, dat ook in de Wederopbouwplannen van onze stad dit terrein-tekort zal blijvan bestaan, omdat de betrokken instanties er nu eenmaal niet van doordrongen kunnen worden, dat sport levensblijheid in een volk kweekt, dat sport den gezonden geest in een volk bevordert en het volk opvoedt. Men gaat nog te veel van het standpunt uit, dat elke cent voor het onderhoud of het stichten van een sportveld weggegooid geld is. Dat geld kan beter gebruikt worden. Misschien is het waar, maar er wordt al zooveel geld weggesmeten, - ook bij den wederopbouw - dat we graag zouden zien, dat er dan ook nog iets "weggegooid" zou worden voor een flink aantal sportterreinen aan de rand van onze geschonden stad.
En in dezen verwoden veld-slag strijdt ook Westerkwartier mee, in de voorste gelederen en onder aanvoering van een terrierachtige terrein-commissie.
We zijn daarbij een eind in de goede richting gevorderd, al kostte dit dan 1 jaar tijd (van Maart 1946 af). De nieuwe velden zijn uitgezet, maar kosten …..ƒ. 25.000.-……. En dus beginnen de verschillende instanties af te schuiven. U kent de ambtenarij toch ook? De Gemeente vindt, dat Wederopbouw dat moet betalen, etc. De plannen wachten nu op goedkeuring van het Rijk, alhoewel eerst alleen die van den Gemeenteraad noodig was. En wij wachten mee, voelen de zon in kracht toenemen, denken aan de velden bij de heerlijke duinen en wandelen maar weer eens naar het Lange Voorhout, niet voor de eerste crocusjes - alhoewel je daar meer plezier van hebt - maar voor den dienst van den Wederopbouw op Nr 50. "Goedkeuring nog niet ontvangen, mijnheer", "Denkt U dit jaar nog, mijnheer", is je vraag en je staat weer in 't Voorhout, waar de sneeuw smelt, evenals langs de duinenrij. Voor die ellendige ƒ. 25.000,- waar de voetbalsport tot in lengte van jaren mee gediend is en die de Gemeente er aan terreinhuur dubbel en dwars uithaalt, want onderhouden zullen wezelf we1 doen.
Wederopbouw en spelpeil! Laten we bewijzen, dat het verband met elkaar houdt en straks op onze terreinen Den Haag gauw aan haar…. derde l-ste klasser helpen.
Namens de terreincommissie, F. Bersch.